De huid vormt de natuurlijke bescherming tussen de omgeving en de rest van het lichaam. De huid heeft een barrièrefunctie en is maar beperkt doorlaatbaar. Welke stoffen van buiten worden door de huid doorgelaten en hoe kan de doorlaatbaarheid van de huid worden vergroot?

Opbouw van de huid

De huid is opgebouwd uit verschillende lagen. Het meest aan de oppervlakte ligt de opperhuid. Deze bestaat aan de buitenkant uit de hoornlaag van dode cellen, waarin veel vetachtige stoffen zitten die vochtverlies tegengaan. Dieper in de opperhuid bevindt zich de epidermis, waarin ook levende cellen zitten die zich delen. In deze laag komen ook de pigmentkorrels voor die beschermen tegen UV-straling uit zonlicht.

Nog dieper gelegen is de lederhuid. Deze laag geeft stevigheid aan de huid. In de lederhuid komen ook talg- en zweetklieren, haarwortels, zenuwen en bloedvaten voor. Door de grote hoeveelheid zogeheten collageenvezels in deze laag krijgt de huid zijn elasticiteit. Onder de lederhuid bevindt zich ten slotte nog de bindweefsellaag. Deze laag dient vooral voor de opslag van vet.

Hoornlaag

Onder de microscoop ziet de buitenste laag cellen, de hoornlaag, eruit als gemetselde stenen in een muur. De cellen liggen dicht tegen elkaar aan en bevatten nauwelijks meer water. Ook in de ruimtes tussen de cellen bevindt zich nauwelijks water. Omdat de cellen van de hoornlaag dood zijn, kunnen ze niet meer actief stoffen van buitenaf opnemen. De hoornlaag vormt dus een moeilijk doordringbare bescherming. Via de haarzakjes en zweetklieren, die door de hoornlaag heen prikken, kunnen stoffen van buitenaf makkelijker doordringen. Deze beslaan echter maar een procent van het totale huidoppervlak.

Kan de huid stoffen opnemen?

Ondanks de moeilijke doordringbaarheid is de huid onder bepaalde omstandigheden zeker in staat om stoffen op te nemen. Er zijn ook meerdere geneesmiddelen op de markt die op de huid toegediend kunnen worden en vervolgens worden opgenomen in de bloedsomloop. Of een werkzame stof in een cosmetisch product of een geneesmiddel door de huid wordt opgenomen, hangt af van een aantal factoren.

Factoren die de opname door de huid bepalen:

  • Vetoplosbaarheid. Omdat de hoornlaag nauwelijks water bevat, maar vooral vetachtige stoffen, dringen vetoplosbare stoffen beter in de huid door dan stoffen die alleen in water oplossen.
  • Aanwezigheid van huidverwekers. Bepaalde toevoegingen, zoals zeepachtige middelen, propyleenglycol (PEG), dimethylsulfoxide (DMSO), ureum en salicylzuur bevorderen de doorlaatbaarheid van de huid. Hierdoor kunnen ook wateroplosbare stoffen makkelijker in de huid binnendringen. Een andere manier om dit te bereiken is via occlusie van de huid. Hierbij wordt de huid met een ondoordringbaar folie afgedekt. De huid verweekt dan door vocht van binnenuit dat normaal gesproken verdampt.
  • Conditie van de huid, leeftijd en plaats op het lichaam. Een beschadigde huid is beter doordringbaar, evenals een jongere huid en op sommige plekken op het lichaam is de huid beter doordringbaar, bijvoorbeeld achter het oor.
  • Toedieningsvorm. Werkzame stoffen die zijn opgelost in vette oliën en op de huid worden aangebracht worden makkelijker opgenomen dan stoffen die in paraffine of vaseline zijn opgelost.

Geneesmiddelen die via de huid worden opgenomen

Er zijn meerdere geneesmiddelen beschikbaar in een transdermale (= door de huid) toedieningsvorm. Het voordeel hiervan is dat de bloedspiegels heel stabiel zijn en dat het geneesmiddel minder vaak hoeft te worden gegeven. Ook bij patiënten met slikproblemen kan deze toedieningsvorm een goede oplossing zijn. Een nadeel is dat het langer duurt voordat werkzame concentraties van het geneesmiddel in het lichaam zijn opgebouwd.

Geneesmiddelen met een transdermale toedieningsvorm:

  • nitroglycerine. Bij angina pectoris (pijn op de borst);
  • estradiol. Bij overgangsklachten;
  • ethinylestradiol in combinatie met norelgestromine. Anticonceptie;
  • testosteron. Mannelijk geslachtshormoon;
  • nicotine. Bij stoppen met roken;
  • fentanyl en buprenorfine. Sterke pijnstillers;
  • rivastigmine. Bij Alzheimer dementie.

Vochtinbrengende crèmes

Ondanks dat cosmeticafabrikanten ons dit willen laten geloven, bestaan vochtinbrengende huidverzorgingsproducten niet. De huid kan namelijk geen water opnemen. Wat deze producten wel doen is het beperken van het vochtverlies van de huid. Op de huid ligt van nature een dun laagje olie (sebum) dat uitdroging moet beperken. Deze huidverzorgingsproducten brengen geen vocht in, maar vullen de beschermende, vette laag op de huid aan, waardoor uitdroging beter wordt voorkomen. De term vochtinbrengend mag wettelijk niet meer voor huidverzorgingsproducten worden gebruikt. Hydraterend mag wel.

Werkzame ingrediënten in cosmetica

  • Hyaluronzuur. Veel hydraterende crèmes bevatten hyaluronzuur. Dit is een lichaamseigen stof die in staat is veel water te binden, waardoor een gelachtige substantie ontstaat. In de gewrichten zorgt dit voor een smerende werking en aan de huid geeft het elasticiteit en stevigheid. In de cosmetische chirurgie worden hyaluronzuurpreparaten gebruikt voor het opspuiten van lippen. Ook aan antirimpelcrèmes wordt vaak hyaluronzuur toegevoegd. Doordat het middel ervoor zorgt dat de opperhuid meer vocht gaat vasthouden, lijken rimpels iets minder diep. Aan de oorzaak van rimpels, het verminderen van onderhuids bindweefsel, doen huidverzorgingsproducten met hyaluronzuur echter niets.
  • Vitamine A. In cosmetische producten en geneesmiddelen op de huid wordt ook veel gebruik gemaakt van afgeleiden van vitamine A, de retinoïden. Het sterkst werkzame retinoïde is tretinoïne (vitamine A-zuur) en is alleen verkrijgbaar op recept. Retinol is een veel minder sterk werkzaam retinoïde en wordt veel in cosmetica toegepast. Omdat vitamine A en afgeleiden vetoplosbare vitamines zijn, worden ze goed door de huid opgenomen. Deze stoffen stimuleren in de huid de celdeling en de productie van collageen en elastine. Tretinoïne op recept wordt gebruikt tegen ernstige vormen van acne en tegen pigmentvlekken. Retinol zit in veel cosmetica die huidverjonging beloven.
  • Glycolzuur. Glycolzuur is een stof die gemakkelijk oplost in water. Doordat het een klein molecuul is dringt het redelijk goed door in de bovenste huidlaag. Daar werkt het als een chemische peeling. Glycolzuur heeft sterk irriterende eigenschappen en kan daardoor, mits toegepast in de juiste dosering, het bovenste laagje dode huidcellen wegbranden. Hierdoor oogt de huid jonger en frisser. Salicylzuur, een stof die eerder genoemd is vanwege de huidverwekende werking, heeft dit effect ook. Salicylzuur is daarnaast beter vetoplosbaar en dringt dieper in de huid door.
  • UV filters. De belangrijkste oorzaak van huidveroudering is UV-straling uit zonlicht. Om deze reden worden aan veel cosmetica tegenwoordig UV-filters toegevoegd. Deze stoffen absorberen of reflecteren de UV-straling, waardoor dit de huid niet meer kan beschadigen. De UV-filters dringen niet in de huid door, maar werken aan het oppervlak van de huid. Het nadeel van cosmetica met UV-filters is dat de huid niet of minder goed in staat is om vitamine D aan te maken.