Leidapharm Xylometazoline hcl neusdruppels 1mg/ml 10 milliliter

Leidapharm Xylometazoline hcl neusdruppels 1mg/ml
RVG 110777 UAD

Leidapharm Xylometazoline HCl neusdruppels 1,0 mg/ml, neusdruppels, oplossing
Vermindert de zwelling van het slijmvlies in de neus en helpt zodoende de neusdoorgang vrij te houden, waardoor u gemakkelijker kunt ademhalen.
De werking van dit middel begint binnen 2 minuten en houdt tot 12 uur aan.
Xylometazoline wordt goed verdragen, zelfs bij patiënten met gevoelige neusslijmvliezen

Waarvoor wordt dit middel gebruikt
Xylometazolinehydrochloride zorgt voor een snelle en langdurige verlichting van neusverstopping.

Extra voorzichtig bij
Waarschuwing:
- Niet langer dan 7 dagen achtereen gebruiken, daarna één maand niet. Langdurig gebruik verergert de klachten.
- Niet gebruiken bij kinderen jonger dan 2 jaar zonder overleg met een arts.
- Niet gebruiken bij ouderen zonder overleg met een arts.
- Niet gebruiken zonder overleg met een arts als u ook medicijnen tegen depressie gebruikt.
- Niet gebruiken bij hoge bloeddruk, hartziekten, verhoogde schildklierwerking, vergrote prostaat, suikerziekte en glaucoom (verhoogde oogboldruk) zonder overleg met een arts.
- Vermijd herhaaldelijk gebruik tijdens de zwangerschap.
- Vermijd contact met de ogen.

Inname bij zwangerschap en borstvoeding
Bij zwangerschap: Heeft niet de voorkeur, overleg met je arts
Bij borstvoeding: Heeft niet de voorkeur, overleg met je arts

Overige informatie
Raadpleeg huisarts:
Als de klachten na twee weken nog even erg zijn als in het begin. Als een kind jonger dan 18 jaar voor het eerst klachten krijgt die op allergie lijken. Als de klachten uitsluitend aan één kant van de neus optreden. Als er al lange tijd dagelijks neusspray nodig is of wordt gebruikt.

Niet gebruiken bij:
-Vermijd gebruik rond ogen en mond.
-Kan slaapstoornissen, duizeligheid en beverigheid veroorzaken, raadpleeg arts als deze verschijnselen hinderlijk worden.
-Niet samen met middelen tegen depressiviteit, zie bijsluiter.

Gebruiken bij:
Verstopte neus.

Werkzame bestanddelen
Per ml 1 mg xylometazolinehydrochloride

Hulpstoffen
benzalkoniumchloride, dinatriumedetaat, natriumdiwaterstoffosfaatdihydraat, dinatriumfosfaatdodecahydraat, natriumchloride en gezuiverd
water

Dosering
Leidapharm Xylometazoline HCl neusdruppels 1,0 mg/ml mag niet gebruikt worden bij kinderen jonger
dan 12 jaar.
De aanbevolen dosering is:
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:
2 tot 4 druppels in elk neusgat, 3 maal per dag. Tussen 2 toedieningen dient er een tussentijd van 8 tot
10 uur te zitten. Niet meer dan 3 toedieningen per neusgat per dag.
Gebruik bij kinderen
Voor kinderen van 2 tot 12 jaar is er een andere sterkte beschikbaar.

Aanwijzingen voor gebruik
1. Snuit de neus
2. Voor gebruik, oefen eens met de pipet om een goede controle over de dosis te ontwikkelen.
3. Kantel het hoofd naar achter – tot zover het comfortabel blijft – of, indien liggend in een bed, laat
het hoofd over de rand hangen.
4. Dien in elk neusgat de druppels toe zonder dat de pipet de neus raakt. Houdt het hoofd korte tijd
gekanteld zodat de druppels zich kunnen verspreiden in de neus.
5. Als de druppels niet in de neus zijn terechtgekomen, dien deze dan opnieuw toe.
6. Als een kleine hoeveelheid van de druppel toch in de neus terechtkomt, dien dan geen druppel
meer toe.
7. Herhaal deze werkwijze bij het andere neusgat.
8. Maak de pipet schoon en laat deze drogen voordat u deze terug in het flesje plaatst.

Lees voor gebruik de bijsluiter.
Lees voor gebruik de bijsluiter.
Let op de maximale dagdosering.

Verantwoordelijk voor het in de handel brengen
Leidapharm B.V., Archimedesweg 2, 2333 CN Leiden

1. Snuit de neus 2. Voor gebruik, oefen eens met de pipet om een goede controle over de dosis te ontwikkelen. 3. Kantel het hoofd naar achter – tot zover het comfortabel blijft – of, indien liggend in een bed, laat het hoofd over de rand hangen. 4. Dien in elk neusgat de druppels toe zonder dat de pipet de neus raakt. Houdt het hoofd korte tijd gekanteld zodat de druppels zich kunnen verspreiden in de neus. 5. Als de druppels niet in de neus zijn terechtgekomen, dien deze dan opnieuw toe. 6. Als een kleine hoeveelheid van de druppel toch in de neus terechtkomt, dien dan geen druppel meer toe. 7. Herhaal deze werkwijze bij het andere neusgat. 8. Maak de pipet schoon en laat deze drogen voordat u deze terug in het flesje plaatst. Lees voor gebruik de bijsluiter.